Hoe sociale innovatie er wél in slaagt de wereld te veranderen? – en hoe 50+ers de straten van Amsterdam vriendelijker maken
Een grote groep lepelaars vliegt elke herfst van de Nederlandse Wadden naar West Afrika. Andere Nederlandse lepelaars gaan niet verder dan Frankrijk en Spanje. Van de vogels die 2.000 kilometer verder vliegen dan hun soortgenoten, sterven er velen van uitputting. Vooral als ze op de terugweg over de Sahara, tegen de wind in moeten vliegen.
Waarom? Voor niks, zegt onderzoekster Tamar Lok. Ze doen het uit gewoonte.
Wij zijn geen vogels. Wij kunnen een slimmere route kiezen. Sociale innovatie is een daar een voorbeeld van.
Wat is sociale innovatie?
Sociale innovatie is het product van een nieuwe beweging in de samenleving: mensen nemen zélf het initiatief om een oplossing te bieden voor een maatschappelijk probleem. Omdat ze een ander doel hebben, dragen ze andere oplossingen aan. Hun manier van werken én de veranderingen die ze teweeg brengen noemen we sociale innovatie.
Voorbeelden zijn: energiecoöperaties die duurzame energie opwekken voor de eigen buurt.
Waar komt sociale innovatie vandaan?
Sociale innovatie komt voort uit frustratie: over een samenleving waarin we steeds maar nóg meer produceren en consumeren. Over bedrijven die échte innovatie tegen houden, wanneer ze daar zelf niet meer mee gaan verdienen. Die bedrijven hebben ook nog eens grote invloed op politieke beslissingen.
In Nederland zijn we rijk. En we zijn slim. Maar we weten onze kennis nog niet in te zetten om bijvoorbeeld de uitstoot van broeikasgassen te verminderen: ons land is al jaren het vieste jongetje van Europa als het gaat om CO2-uitstoot.
Waar heb je sociale innovatie voor nodig?
Sociale innovatie is nodig voor verandering. Sociale vernieuwers nemen maatschappelijke taken op zich die anderen laten liggen. Ze starten projecten waar bedrijven geen brood in zien. Ze zijn niet gehinderd door aandeelhouders die winst verwachten. Het maakt ze vrijer. En creatiever.
Maar sociale vernieuwers maken toch ook gewoon winst?
Natuurlijk, maar niet per sé. Sociale vernieuwers beginnen vanuit een gevoel van urgentie, zonder winstoogmerk. Impact first. Geld is een middel, geen doel.
Met buurtinitiatieven verander je de wereld toch niet?
Nee. Maar je moet ze ook niet onderschatten.
Het gaat niet om één initiatief in één gemeente. Ze zijn met velen. Ze beginnen met één project. Denk aan een buurtdiner, of groter: een windmolen van en voor de buurt. Lukt het? Dan heb je ervaring opgedaan die je meeneemt naar het volgende project.
Buurtinitiatieven brengen een probleem én een oplossing aan het licht. En ze brengen mensen samen: rond de bessenoogst in de buurtmoestuin, of op de werkvloer. Ze zorgen namelijk ook voor nieuwe banen.
Een voorbeeld: Taxi Electric
Vorig jaar ontdekte ik, samen met mijn rolstoelgebonden oom, Taxi Electric: een sociale onderneming van twee oud VU-studenten. Ome Jan moet in en uit de rolstoel, in en uit de taxi. De chauffeurs van Taxi Electric helpen je en hebben echt alle tijd van de wereld. Er loopt geen teller, je betaalt je rit per kilometer.
De chauffeurs waren werkeloze 50+ers. Nu zijn ze de meest vriendelijke taxichauffeurs van Amsterdam. De sociale onderneming groeit snel. In 2011 ging de eerste taxi de weg op. Nu zijn het er 40.
Taxi Electric is één van de 6.000 sociale ondernemingen in Nederland. Ze hebben samen 60.000 werknemers in dienst. De werkgelegenheid neemt jaarlijks toe met 25%. In het gewone MKB was dat afgelopen jaar maar 2%. (bron: De Social Enterprise Monitor)
Energiecoöperaties
Wij, bewoners van woonboten aan het IJsbaanpad in Amsterdam, keken uit op het lege dak van voetbalclub ASV Arsenal. Zonde, dachten we. Samen met onze buren richtten we energiecoöperatie Zuiderlicht op. Daar liggen nu 180 zonnepanelen op het dak. En er liggen 1200 zonnepanelen op diverse schooldaken. We zijn ook mede-eigenaar van een windmolen in Flevoland. We hebben een tiental nieuwe projecten in voorbereiding.
Onze belangrijkste troef zijn onze leden. We hebben er ruim 600 en bijna elke dag melden zich nieuwe leden aan. Ze zoeken mee naar lege daken in hun buurten en ze lenen ons hun geld als we nieuwe projecten realiseren. Samen wekken we energie op, die we ook weer afnemen. Samen krijgen we de controle terug: over ons eigen energiesysteem.
In Nederland zijn er 400 energiecoöperaties. Vijf jaar geleden waren het er nog 75. (bron: de Lokale Energiemonitor)
Samengevat
We hebben het geld en we hebben de kennis. Maar we zijn tot nu toe niet in staat milieuproblemen op te lossen. Mensen nemen daarom zélf het initiatief. Dat doen ze niet primair voor de winst, maar ze dragen met hun activiteiten en ondernemingen wél bij aan een nieuwe economie.
Wat kun je zelf doen?
Je kunt er over blijven praten, of je kunt ook iets gaan doen. Je kunt zelf een initiatief starten. Of je kunt je aansluiten bij een initiatief in jouw buurt.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!